De WK-marathon van Mont Saint Michel (Road Runners in Frankrijk)
Artikelindex
Frankrijk kent een aantal bijzondere marathons op heel speciale locaties. Een daarvan betreft de marathon van Mont Saint Michel. Wat is daar nou zo bijzonder aan? Een leek zou denken: “Ach een bergmarathon, nou en?” Wel, het bijzondere zit ‘m in de geografische ligging. Mont Saint Michel ligt bij vloed in zee en bij eb op het land. Het is dus ‘quasi-eiland’ dat ligt op de grens van Normandië en Bretagne. Mont Saint Michel is een verassend steile rots in een overigens waddengebiedachtige omgeving. Het vaste land is nogal polderachtig en op een afstand van ca 10 km beginnen pas de echte heuvels in Frankrijk. Het eiland lijkt alsof het door een grote hand daar per ongeluk op die plaats is neergezet: een geologische vergissing. Ook bijzonder is de mystieke uitstraling van de bijna 1000 jaar oude abdij met de hoge, spitse, Waltdisneyachtige torenspits op de zwaar ogende abdijkerk. Imposant zijn verder de zware vestingmuren die het eiland een echt fortkarakter geven. Het eiland heeft in Frankrijk overigens een heroïsche reputatie omdat het in de Honderdjarige Oorlog (1337 - 1453) tegen de Engelsen een onneembare vesting is gebleken. Voorwaar, een aantal redenen om eens een kijkje te nemen. Een marathon vormde daarvoor een prima aanleiding. Link naar foto-album
Clubgenoot Jeroen K. en ik togen op een bewolkte vrijdagochtend om half elf op pad. Voor Jeroen werd het al de vierde marathon in één jaar tijd. Voor mij werd dit een jubileummarathon: de 75ste. In juni 2005 hadden we deze marathon al willen doen, maar destijds liepen we tegen een inschrijvingslimiet aan. Ditmaal hadden we ons ruim van tevoren ingeschreven en (dus) waren dit jaar zelfs nog inschrijvingskaarten over op ‘Le jour J” . De heenreis verliep voorspoedig. Onderweg naar Frankrijk trok de lucht steeds verder open. In Noord-Frankrijk was zelfs vrijwel alle bewolking verdwenen. Dit leek zo een herhaling te gaan worden van de snikhete marathon van Azay le Rideau, onze vervangende marathon voor Mont Saint Michel in 2005. In Frankrijk namen we de toeristische route over la route nationale. Je ziet dan wat meer van de omgeving. Onze eindebestemming was St Malo, een oude vestingstad in Bretagne, waar Jeroen overnachting in een hostel had geregeld.
We reden op onze gemak door de noordelijke departementen. Opvallend waren de vele geallieerde kerkhoven in het Departement de la Somme. Bij elk dorp lag minimaal één kerkhof. De hoog ommuurde kerkhoven waren nog steeds keurig onderhouden. Geregeld stonden autobussen bij een kerkhof met scholieren. Schoolklassen kregen daar kennelijk geschiedenisonderricht over een inktzwarte episode uit de geschiedenis. Bij het riviertje de Somme was in de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918 een uitzichtloze loopgravenoorlog gaande tussen de Engelsen en Fransen en hun koloniale rijksdelen tegen de Duitsers en de Oostenrijkers. In de Eerste Wereldoorlog werden in en tussen de loopgraven op onvoorstelbaar achteloze wijze met mensenlevens opgesprongen. Volgens geschiedschrijver Geert Mak sneuvelden in de oostelijke en westelijke fronten 9,4 miljoen soldaten, 13,5% van het aantal vechtende soldaten. Dit waren veelal jonge mensen met nog een heel leven voor de boeg. Zij werden gewetenloos en voor niets de dood ingejaagd zonder dat het front noemenswaardig opschoof. Kanonnenvlees was werkelijk de best passende benaming voor deze ongelukkigen. Mij bekruipt altijd een gevoel van gêne als ik op een plaats kom waar ik geconfronteerd word met verschrikkingen uit het verleden. Je schaamt je haast om mens te zijn. Je wordt met de neus meedogenloos op de feiten gedrukt dat het laagje beschaving van de mensheid eigenlijk flinterdun is. Voor degenen die zich willen verdiepen in de historie van La Grande Guerre, zoals de Fransen deze verschrikkelijke periode noemen, en de gevolgen daarvan die de politieke situatie van Europa tot aan het einde van de twintigste hebben bepaald, is een bezoek aan Noord-Frankrijk zeker de moeite waard.
Ons voornemen was om ’s avonds in Caen de WK-voetbalwedstrijd Nederland-Ivoorkust te kijken. Dat liep anders. De toeristische route nationale gaf te veel oponthoud om tijdig daar aan te komen. Een tussenstop in Rouen, een middelgrote stad aan de Seine, ten noorden van Parijs, bood uitkomst. Rouen is een typisch Normandische stad met veel vakwerkhuizen. De stad doet voor een argeloze toerist nogal Duits aan. Rouen heeft voor de Fransen ook een grote historische betekenis. Het is de plaats waar Jeanne d’Arc in 1431 door de Engelsen in de Honderjarige Oorlog op negentienjarige (!) leeftijd voor hekserij op de brandstapel ter dood werd gebracht. Jeanne was van oorsprong een boerenmeisje uit Domremy een dorpje uit Lotharingen die een visioen had gekregen dat zij uitverkoren was om Frankrijk te bevrijden uit de klauwen van de buitenlandse indringers en besloot haar verdere leven daarop in te stellen.
Op de marktplaats vonden we een café dat een tv-scherm op het terras had. Het terras zat vrij vol met Fransen die massaal voor Ivoorkust waren. Of dit nu kwam omdat Jeroen en ik een oranje pet op hadden en als zodanig als Hollanders herkenbaar waren, is mij niet echt duidelijk geworden. Nederland won de wedstrijd weliswaar met 2-1, maar het werd in de tweede helft toch nog spannend. Na de rust nam Ivoorkust het initiatief en het leek slechts een kwestie van tijd te zijn dat de gelijkmaker zou komen. De (collaborerende) Fransen kregen overigens twee dagen later een koekje van eigen deeg....
Om half tien uur vervolgden we onze weg naar St Malo. Eerst nog over la route nationale maar later toch over de péage om tijd te winnen. Om even vóór twee uur ’s nachts kwamen we bij het hostel aan. De uiterst hulpvaardige receptie was gelukkig nog aanwezig.
De volgende ochtend werden we tegen 9 uur heel relaxed wakker na alle doorstane vermoeienissen van de vorige dag. Het was een zonovergoten dag. Het was perfect weer om de toerist uit te hangen, maar veel te warm voor marathonlopers. Wat zou dat worden? Eerst moesten we nog onze startnummers ophalen op de marathonexpo. Deze expo lag op een steenworp afstand van de oude havenvesting van St Malo. Na deze formaliteiten te hebben geregeld, werd het tijd voor een uitgebreid ontbijt. Bij een uitspanning aan een plein met meerdere cafés en restaurants streken we neer. We keken uit op de oude stadsmuur en een stadspoort. Een groep toeterende auto’s met een bruidspaar kwam voorbij en stopte tegenover ons. Kennelijk was daar het stadhuis, la mairie. Het bruidspaar was zeer snel klaar en kwam binnen een half uur weer naar buiten. Al toeterend vertrok de stoet weer.
We maakten vervolgens een wandeling over de stadsmuren van St Malo. De vesting St Malo doet enerzijds nogal middeleeuws aan, anderzijds laat de bouwstijl van de daarachter gelegen huizen zien dat deze toch van recentere datum zijn. De stadsmuren zijn relatief laag, ca vijf meter hoog en twee/drie meter dik. De kleur van de muren is een slag lichter dan antracietgrijs. Her en der zijn de muren begroeid met oranjekleurige korstmossen. Het was dankbaar werk om foto’s te maken. De stralende zon, de heldere blauwe lucht, de azuurblauwe zee eronder, het zachte briesje, de vele witte zeilen van zeilboten op het water, de hoge statige huizen van St Malo met hun grote ramen en smalle lange maar massief uitziende schoorstenen en tenslotte de zomersgeklede mensen die over de stadsmuur flaneerden, deze hele entourage gaf ons het ultieme vakantiegevoel. Maar er moest eerst nog gepresteerd worden: de marathon.
De marathon
We gingen om twee uur met de shuttlebus (la navette, in het Frans) naar de startpunt in de kustplaats Cancale. Dit is een doorsnee dorp aan de kust. Het is overigens de moeite waard om even naar de kust te wandelen. De steile rotskust ligt ca 20/30 meter boven zeespiegel. De kustrand is zwaar begroeid met bomen. Tussen de bomen staan her en der riante villa’s. Van bovenaf heb je een fraai uitzicht over de baai met zijn honderden scheepjes die daar voor anker lagen. Op zeeniveau zag je aan de landzijde op veel plaatsen massieve grijze rotsen die door de zee horizontaal waren afgesleten. Meer naar het water toe lagen keien en hopen zeewier. Op het strand lagen diverse kleine open bootjes aan lange lijnen vastgemaakt. Kennelijk was de eb- en vloedbeweging hier nogal hevig en het hoogteverschil tussen eb en vloed groot. Dat was ook wel af te leiden aan de vloedlijn. Deze lag ruim vier meter hoger dan de eblijn: een factor vier van het getijdeverschil in Nederland. Op enkele plaatsen lagen mensen te zonnebaden en speelde kinderen in een ‘vloedzwembad’. Dit was een zwembad dat bij vloed in zee verdween en bij eb zichtbaar was. Deze zwembad naast de ‘grote zwembad’ deed nogal overbodig aan, maar kennelijk was op dit punt van de baai een gevaarlijke stroming.
Teruggekomen bij het startpunt zag ik de meeste lopers in de schaduw zitten van de bomen of languit in het gras liggen. De zon brandde. De temperatuur in de schaduw was bijna dertig graden. Jeroen en ik togen om half vijf naar de startplaats. Wij hadden besloten om als voetbalsupporter te rennen. We hadden beiden een oranjeshirt aan. Bij Jeroen stond als tekst op de voorkant: “Hup” en aan de achterkant “Dat zeg ik, hup”. Dit shirt was afkomstig van een bepaalde winkelketen in de doe-het-zelfbranche. Op het shirt dat ik droeg stond aan de voorzijde een brullende leeuw met daarboven in grote letters: “Holland”. Op onze hoofd droegen we felgekleurde oranje leeuwenpetjes. Het was een pet in het model van een leeuw: het had een kop met manen, vier poten die vrij bizar om het hoofd hingen en een staart naar achteren. Deze petjes veroorzaakten nogal wat hilariteit bij de Fransen. De omroeper bij de start gaf de overige marathonlopers via de microfoon aan dat er ook deelnemers waren uit Nederland. We maakten de traditionele familiefoto voor de start en liepen vervolgens naar achteren waar niet de snelle lopers zouden staan. Daar kwamen we een ander fenomeen tegen: een Galliër die uit het album van Asterix en Obelix was ontsnapt. Hij noemde zich Malcourix, hetgeen volgens hem toepasselijk zou zijn op zijn loopprestaties. Tezamen werden we nog gekiekt door de plaatselijke pers.
Om vijf uur klonk het verlossende schot. De ruim 5.100 deelnemers kwamen in beweging. Jeroen had zichzelf geen tijdsdoelstelling gesteld, maar ik vermoedde dat hij weer sneller zou lopen dan ik. Bovendien had ik een fotocamera bij me waarmee ik ditmaal een uitgebreide fotoreportage wilde maken van het parcours en om vast te leggen wat je als loper zoals ziet en beleeft. Sinds een paar maanden had ik mezelf de rol aangemeten van de rennende reporter. Deze rol beviel me uitstekend, zeker als ik later de foto’s op een slide show terugzag op de computer en zo de marathon weer herbeleefde. We maakten de afspraak dat we vooralsnog bij elkaar zouden lopen, maar dat we allebei uiteindelijk de marathon op ieder zijn eigen tempo zouden afleggen. In de hitte was het belangrijk om overeind te blijven en om niet boven je macht te gaan lopen. In het begin liep de weg over glooiend terrein. Dat gaf op verschillende plaatsen een aardig uitzicht over het omliggende land en de baai die links van ons lag. Jeroen was makkelijk te herkennen met de felle oranje pet op zijn hoofd. Een foto maken kostte een paar seconden en vervolgens moest ik sprinten om weer te kunnen aansluiten. Wat opvallend was waren de aantallen en de diversiteit van de muziekanten langs de weg. De nadruk lag wel op traditionele en ludieke muziekinstrumenten: doedelzakken, accordeons, diverse soorten trommels en een zingende zaag. Ook de dansgroepen waren zeer gemêleerd: gezelschappen in traditionele klederdracht, een Caraïbisch-Jamaicaanse groep, een groep swingende jongedames met Zuid-Amerikaanse dansen etc.
Het eerste 5-kmpunt kwam in 27.18 min. voorbij. Gezien de omstandigheden in de brandende zon was dat niet slecht. Na 8 km gaf ik Jeroen aan om de marathon in een wat lager tempo te willen gaan lopen, want ik voorvoelde dat ik anders de man met de hamer zou tegenkomen. Het gaf me ook een zekere rust, want het gesprint na een foto te hebben genomen, kostte me gewoonweg te veel energie. En ik was gretig met het nemen van foto’s: per kilometer nam ik ongeveer vijf foto’s, waarvan één bij elke kilometeraanduiding. De tweede 5-km ging al beduidend langzamer: 28.53 min. Het vlakke parcours liep nu vlak langs de baai door verschillende dorpen heen. Malcourix kwam ik weer even tegen. Het leeuwenpetje maakte veel reactie los bij de supporters. Ik heb talloze malen “Allez lion!” gehoord. Ook hoorde ik regelmatig mensen mijn voornaam roepen. In het begin was ik hierover verbaasd, maar ik bemerkte al snel dat mijn naam op het startnummer stond. Het derde 5-kmpunt kwam voorbij in 32.32 min en de vierde in 33.04 min. Het vijfde 5-kmpunt kwam in 35.53 min. en deze was de laatste voordat toch de (onvermijdelijke) inzinking kwam. Het zesde en zevende 5-kmpunt kwamen beide in ongeveer 40 minuten voorbij. Het stuk tussen de 30 en 32 km heb ik zelfs wandelend afgelegd. Ondanks mijn zeer matige prestatie voelde ik me niet gedesillusioneerd of negatief. Ik was nog veel te druk bezig met het waarnemen van de omgeving en het vastleggen daarvan. Verder haalde zelfs ik nog veel wandelende deelnemers is. Onderweg werd ik nog twee keer geïnterviewd door de plaatselijke pers met camera en al op de motor. De interviewster vroeg wat ik van deze marathon vond en waarom ik de opmerkelijke uitdossing aan had. Ik vertelde in mijn steenkolenfrans dat ik zeer genoot van het landschap, dat de uitdossing te maken had met het WK-voetbal, dat Nederland gisteren had gespeeld tegen Ivoorkust en had gewonnen. De interviewster vroeg mij wie ik als kanshebbers zag. Ik noemde direct Brazilië, Argentinië en Duitsland. Verder sprak ik de hoop uit dat Nederland nog een kans zou hebben en hetzelfde gold voor Frankrijk.
De zon begon nu merkbaar te zakken. De schaduwen op de weg werden langer en de temperatuur ging gelukkig omlaag. Mont Saint Michel had zich ook al aan de horizon gemeld. Er was al een grijze puntige driehoek te ontwaren. Na de 35 km begon ik me fitter te voelen. Op de 38 km kruiste het parcours een kanaal dat kaarsrecht naar Mont Saint Michel liep. Op de brug en langs het kanaal was het gezellig druk. Ik kreeg diverse reacties uit het publiek over het nemen van foto’s als marathonloper. Dat is iets wat een toeschouwer niet verwacht en ook niet snapt. Op de foto’s die ik nu nam zie je rots Mont Saint Michel op elke foto groeien. De laatste twee kilometers van het parcours liepen over een weg. Het paard rook stal dus ik begon te versnellen.
De klok wees 4.45.55 toen ik de finishlijn passeerde. Dit hield in dat deze marathon de op twee na langzaamste was die ik heb gelopen. Niettemin heb ik deze marathon niet als een beproeving ervaren, ook niet tijdens het wandelen. Jeroen kwam ik een paar minuten later tegen. Hij had de marathon in 4.16.25 gelopen. Dat was goed voor plaats 865 in het klassement heren senioren. Mijn plek was nr. 1.185. De eerste deelnemer was eigenlijk verassend snel: 2.14.48. De laatste kwam binnen in 5.28.16. Uiteindelijk hebben 3.680 deelnemers de eindstreep gehaald. Dat houdt in dat ruim 27% het niet heeft gehaald óf niet aan de start is verschenen.
We hebben bij de finish nog een tweede familiefoto gemaakt. De verschillen tussen deze foto en die aan de start spreken voor zich. We namen vervolgens moe maar zeer voldaan de shuttlebus terug naar Cancale. Een bezoek aan Mont Saint Michel zou tot morgen wachten. Dan was er ook weer zon om foto’s te maken. Op deze marathon heb ik overigens een pr met foto’s gemaakt: 207 stuks tijdens het rennen.
Na de marathon
Het bezoek aan Mont Saint Michel op de volgende dag was een groot succes. De berg bevat ook een soort dorp dat bestaat uit smalle straatjes met daaraan een groot aantal restaurants, musea en souvenierwinkels. We hebben ook de abdij bezocht met zijn vele vertrekken op de verschillende etages. Markant was ook de kerkdienst in de grote abdijkerk. Deze werd vrijwel geheel gezongen gevierd. Achter het altaar stonden drie priesters achter een microfoon. Vanaf het altaar uit bekeken stonden aan de linkerzijde vier nonnen en aan de rechterzijde vier monniken. Ook zij allen stonden achter een grote staande microfoon. De meerstemmige antwoorden van de monniken en de nonnen op de zanggebeden van de voorganger klonken heel melodieus en harmonieus.
Helaas was ons bezoek hier van korte duur. De tijd drong om weer terug te gaan. We maakten nog twee tussenstops. Eerst bezochten we Honfleur, een markant authentiek havenstadje net onder Le Havre. Men ziet hier veel vakwerkhuizen om de oude haven. De haven zelf lag bomvol plezierjachten. Rondom de haven waren veel restaurants waarvan de terrassen gezellig druk waren. Verder liepen nogal wat Engelsen rond waarvan een aantal ‘in kennelijke staat’ verkeerden. Vervolgens reden we over Le Pont de Normandie richting Le Havre. Deze brug is een bezienswaardigheid op zich. Het bestaat uit twee compartimenten met een eiland ertussen. De bruggen zijn erg steil. Er kunnen zelfs grote cruiseboten onderdoor varen. De tweede brug maakt bovendien nog een bocht naar links en wekt daardoor een nogal achtbaanachtige indruk. Onze laatste tussenstop was in Etretat. Dit is een kustplaats dat ca 30 km ten noorden van Le Havre ligt. Hier stonden we op de rand van een vertikale krijtrots ca 50/60 meter boven de zeespiegel met uitzicht op twee natuurlijke bruggen in zee. Om 21.00 uur vertrokken we naar Rotterdam. De reis verliep voorspoedig, zo voorspoedig zelfs dat op een vrij steil naar beneden lopend stuk van de péage ik onbedoeld veel harder reed dan de daar vrij gebruikelijke 150 km per uur. Opeens zag ik een lichtflits en zag dat mijn teller op bijna 180 km stond. Dat zal wel een stevige prent worden....
Onderweg bij een wegrestaurant in Noord-Frankrijk vernamen we dat een WK-voetbalwedstrijd gaande was. Frankrijk speelde tegen Togo. Frankrijk stond met een-nul voor. Opeens hoorde ik een boel kabaal en afkeurende geluiden. De Togolezen scoorden de gelijkmaker. “Wat erg hè, voor die Fransen”, dacht ik. Het is bepaald geen fraai trekje van me, maar ik moet erkennen dat op dat moment het gezegde “Geen beter vermaak dan leedvermaak” op mij volledig van toepassing was.
Om twee uur ’s nachts bereikten we Rotterdam. Het was weer een enerverende trip geweest waaraan we goede herinneringen bewaren. Voor de liefhebbers van Frankrijk is er goed nieuws. Op 1 oktober 2006 wordt Le marathon de Normandie georganiseerd. Deze gaat van Honfleur via Le Pont de Normandie richting Le Havre. Er gaat in ieder geval al één auto die kant uit en er is plek voor drie medepassagiers...
Raymond
Link naar foto-album uitje St Mont Michel