De marathon van Rio de Janeiro: een heerlijk weerzien

Het is altijd een feest om terug te komen op een plek waar je al eens eerder bent geweest en waar je het erg naar de zin hebt gehad. Zo ook bij Rio de Janeiro. Hier was ik begin 2014, kort na de jaarwisseling enige dagen geweest, waarna ik een schitterende rondreis maakte door Brazilië. In mijn eerste bezoek had ik op eigen gelegenheid een halve marathon gelopen langs de vier toppers van de stad: de berg Corcovado met het imposante Christus de Verlosserbeeld, de Suikerbroodberg (Morro Pãu de Açucar) en de wereldberoemde stranden Ipanema en Copacabana. Het was een enerverende loop, niet in het minst omdat tijdens de loop een met een mes bewapende favela-vent mij probeerde te beroven. Zijn poging mislukte overigens. Maar goed. Ergens was het wel goed dat dit gebeurde, want ik was nu een stukje wijzer geworden. In en nabij de grote steden moet je nooit alleen op straat rondlopen. De mensen aan de onderkant van de samenleving zijn slechts bezig met overleven en dan zijn deze praktijken wel te begrijpen. Dit was gelukkig de enige dissonant gedurende m’n drieweekse rondreis door Brazilië en ik kom daarom graag weer terug in dit immense land met zijn prachtige natuurwonderen en gemoedelijke mensen. De marathon van Rio vormde daarom een prima aanleiding om dat weer eens te doen.

De organisatie rond de marathon is de laatste twee jaar behoorlijk op vooruit gegaan. In kon me nu (anno 2016) via de Engelstalige website inschrijven en de website gaf nu ruim van tevoren aan wanneer de inschrijving was geopend. Ook de marathon-expo waar je als loper je startbewijs kan afhalen, was op professioneel niveau. Het was aan alles te merken dat deze marathon een rijzende ster is in de wereldranglijst van de meest populaire marathons. Ook over het parcours niets dan lof. Deze is vrijwel geheel vlak en dus snel. De (half)marathonlopers lopen vanaf de start vrijwel geheel over brede boulevards langs het strand, met slechts enkele korte onderbrekingen. Dit heeft als voordeel dat er continu een verkoelende zeebries is. De bries is erg welkom, vooral als de zon hoger gaat klimmen en begint te branden.

Op zondagmorgen 29 mei ging m’n wekker om half vier. Het is dan nog aardedonker in Rio, maar m’n biologische klok stond nog op Centraal-Europese tijd, dat wil zeggen vijf uur eerder. Ik had zo een half uur de tijd om me aan te kleden en wat te eten. Daarna moest ik nog een fikse wandeling maken van Sante Teresa (dat direct grenst aan de uitgaanswijk Lapa) naar de opstapplaats bij de wijk Flamengo dat aan de andere zijde van Lapa grenst. Bij de opstapplaats staan twee heel lange rijen bussen (enige honderden) om alle lopers van de halve en hele marathon te vervoeren.

Om kwart voor zes kwam ik aan bij het startpunt: Praça do Pontal Tim Maia, in the Recreio dos Bandeirantes neighbourhood. Het is een prachtig goudgeel zandstrand met een bruisende branding. De golven van de Atlantische Oceaan volgden elkaar zo om de tien seconden op en waren van voldoende hoogte om waveboarding mogelijk te maken. Op het strand zag ik de zon opkomen. Ik blijf het nog altijd een sereen en fascinerend schouwspel vinden. Wat ook zo bijzonder is dat het licht van de zon zo spectaculair snel verandert. Binnen tien minuten verkleurt de zon van dieporanje naar witbleek. Ook fraai om te zien zijn de donkere silhouetten van mensen op het strand.

Het was bij vertrek uit Rio nog aangenaam fris, dat wil zeggen ‘slechts’ 21 graden. Ik denk dat aan het strand de temperatuur niet veel anders is geweest.

De start

De start was om half acht. Het was een gelukkige keuze van de organisatie om de start op dit vroege tijdstip te houden, maar eerlijk gezegd had de start van mij ook wel om zes uur gemogen. De zon wordt namelijk snel onbarmhartig warm en je moet je als loper daarop goed voorbereiden. Ik had daarom een sneeuwwit t-shirt aan en een sneeuwwitte honkbalpet. Zo was de reflectie van de zonnestralen maximaal. Ook had ik zonnebrandolie bij me, enige energierepen en een tros kleine bananen. Hiermee had ik me verzekerd dat ik gevrijwaard zou blijven van de hongerklop.

De eerste tien kilometers gingen gesmeerd. Ik liep op een heel gematigd tempo, ca 10 km per uur. Naar mijn gevoel kon ik gemakkelijk een tandje bijzetten, maar ik had het idee dat dat nog te vroeg was. Ik wilde eerst mijn lichaam laten wennen aan deze plotselinge zomerse temperaturen en een luchtvochtigheid van tegen de 100%. Deze conservatieve insteek bleek geen overbodige luxe. De zon was om negen uur al brandend heet geworden en ik besloot me nogmaals in te smeren. Ik bemerkte een merkwaardig verschijnsel. Van de klep van m’n honkbalpet zag ik om de paar seconden waterdruppels vallen en dacht dat ik bij een drankverzorgingspost te bruusk was geweest met het leegdrinken van bekertjes water. Echter de druppels bleven maar vallen. Dit moest een andere oorzaak hebben en jawel, ik vond al snel de juiste verklaring: een op volle toeren draaiend afkoelingsmechanisme van m’n lichaam. Maar een dermate zware transpiratie had ik nog niet eerder meegemaakt. Ik was me ervan bewust dat ik op elke verzorgingspost voldoende moest drinken om het vochtverlies aan te zuiveren. Dat was geen probleem want om de 2,5 km wisselende de verzorgingsposten elkaar op.

Tijdens de eerste vijftien kilometers is het parcours min of meer hetzelfde. Rechts van ons lag doorgaans een strook groen tussen de boulevard en het strand waarop om de kilometer een rechthoekige, veelal rietgedekte strandpaviljoen staat waar de badgasten hun versnaperingen kunnen krijgen. Doorgaans was de groenstrook beplant met palmbomen maar soms was het geheel open en had je vrij uitzicht op de oceaan. En links van ons lag een kilometerslange groenstrook van struiken, open veld en enkele meertjes. Kort na het passeren van de 15 km-aanduiding kwamen we in de bewoonde wereld terecht. Dat had als voordeel dat we nu vrij veel konden lopen in de schaduw van palmbomen in de tussenberm.

Op een info-paneel zag ik dat de temperatuur was opgeklommen naar 29 graden. Ik begon het zwaar te krijgen. Kort na het passeren van het halfmarathonpunt (de startplaats van de halfmarathonlopers) besloot ik een wandelpauze in te lassen. Op het halfmarathonpunt had ik 2:36:37 geklokt en vond het onder de gegeven omstandigheden niet eens zo’n bar slechte prestatie. Ik zou weliswaar niet binnen de vijf uur eindigen, maar wel ruim binnen de tijdslimiet van (zeven) uur. Het parcours tussen 21 en 23 km was overwegend stijgend want we werden een lange snelwegtunnel ingeleid. Het was binnen in de tunnel aangenaam koel en voelde m’n lichaam zich herpakken. Direct aan het einde van de tunnel werden we als lopers getrakteerd op een prachtig uitzicht op een steile rotskust die toch nog volop begroeid was. Wat nu erg prettig was dat we enige kilometers op het onderste deel van een dubbeldekssnelweg liepen. Heerlijk die schaduw. Daarna volgde weer een koele tunnel van ruim een kilometer. Na deze tunnel kwamen we bij eerste zandstrand aan: het strand van São Conrado. Hoewel het strand alle faciliteiten heeft voor een prettig dagje strandvermaak, was het nog vrijwel geheel verlaten en dat om half elf in de morgen. Na São Conrado maakte het parcours nogmaals een lange stijging, maar nu om de buitenzijde van een berg. We liepen nu rakelings langs het water, over de kale schuin aflopende granieten helling. Daar heb ik - sterk inzoomend op een groep zeevissers - een prachtige shot gemaakt. Het 30 km-punt is zo ongeveer het hoogste punt van het parcours. Daar klokte ik 3:51 uur.

Ipanema en Copacabana
Vanaf het 30 km-punt begint het allermooiste gedeelte van de marathon. In de afdaling zag ik in een bocht het brede strand liggen van Ipanema met zijn vele hotels direct aan de boulevard. Het was al druk op het strand. Een het begin van de boulevard was een douchepoort gemaakt waar de lopers door een wolk van fijne regen heen konden lopen. Dat voelde weldadig aan.

Ook anderszins was het prettig om in Ipanema te lopen. Er waren nu ook toeschouwers en bekenden die de lopers aanmoedigden. En dat was wel zo prettig met de onbarmhartig schijnende zon. Halverwege Ipanema stond een gele kiosk met een grote voorraad waterkokosnoten. Ik had zin om er een soldaat te maken, maar deed het niet. Ik verwachtte dat ik na de finish er wel ergens een zou vinden. En wat zou deze lekker smaken! Ik liep dus verder en nam nogmaals een verkwikkende douche door een douchepoort. Hierna volgde een kort intermezzo door een schaduwrijke verbindingsstraat met Copacabana. Daar aangekomen zie je dat dit strand toch wel het hoofdstrand is van Rio. Er staan restaurants/bars/eetpaviljoens aan de rand van het strand. Daarachter ligt een brede zone met faciliteiten voor allerlei sporten waarbij de nadruk (uiteraard) ligt op volleybal en voetbal.

Grappig om te zien is ook de nijverheid van de vele straatartiesten en straatverkopers. Je ziet fantastische zandsculpturen zoals Rio in aanloop tot de Olympische spelen, die op 5 augustus gaat beginnen en diverse muzikanten zoals een muzikant die een soort drumstel-xylofoon had gemaakt van witte, plastic sanitair afvoerpijpen. Die pijpen had hij zo gepositioneerd alsof hij achter een troep dansende cobra’s zat. Met pijn in m’n hart nam ik afscheid van Copacabana.

Eind goed al goed

We passeerden de laatste lange tunnel en liepen nu door de wijk Botafogo. Hier liepen we om de natuurlijke jachthaven heen van Rio. De haven lag beschut in een inham achter de beroemde Suikerbroodberg. Op het 40 km aan het strand van Botafogo klokte ik 5:17:50. Voorwaar geen snelle tijd. Maar goed, ik was slechts geïnteresseerd in het genieten van de marathon en daar was ik volop mee bezig. Ik had alle tijd genomen om deze fraaie marathon zo goed mogelijk met de camera te documenteren. Zo ben ik ook heel blij met een foto die een sympathieke marathonloper van mij nam met de Suikerbroodberg op de achtergrond. Een lange bocht van de brede boulevard leidde ons naar het eindpunt in Flamengo. Het paard rook stal en dat gaf me extra energie. Op de laatste bocht naar de finish blikte ik nog eenmaal achterom. Ik zag de jachthaven, Botafogo en daarachter, heel ver in de verte, de steile bergrots Corcovado waarop het Christus de Verlosserbeeld staat. Ik zoomde maximaal in een schoot een prachtige plaat. Dit was de ontbrekende schakel in deze marathon. Nu had ik weer alle toppers van Rio in m’n marathon kunnen verwerken. Deze marathon was nu net zo compleet als m’n verkenningsloop in 2014.

In het strandpark van Flamengo was het een drukte van belang. Er liepen allerlei lopers met familie en bekenden rond en langs de dranghekken stonden nog volop toeschouwers, ook nu de tijd al vrij ver gevorderd was. Met een eigen kloktijd van 5:36:27 passeerde ik de finishlijn. Wat was ik blij. Zelden heb ik zo veel genoten tijdens een marathon als nu. Alles had mee gezeten. Ik heb weliswaar twee keer vrij lang moeten wandelen, maar ik kon ten minste de motor gaande houden. Ook kwam ik niet uitgewoond over de finish, maar kon gewoon blijven lopen. Ook spierpijn was niet aan de orde.

Nadat ik de plak van Rio omgehangen had gekregen, toog ik naar het strand van Flamengo. Daar zag ik aan het rand van het bos een kiosk met waterkokosnoten. Dit was een gevalletje ‘Hebbes’. Ik heb er niet een, maar twee kokosnoten soldaat gemaakt en ze kostten slechts 5 Braziliaans realen (€1,25). En wat smaakten ze heerlijk… Daarna toog ik naar de Suikerbroodberg om de ultieme fotoshot te maken. De Bark met een prachtige plak om de hals met de skyline van Rio op de achtergrond. Kan het nog mooier?

Tot besluit
Tot slot volgen nog enige statistieken. Er deden 4.141 mannen mee aan de marathon en 1.366 vrouwen. Bij de halve marathon namen 4.582 mannen deel en 4.990 vrouwen. De eerste man op de marathon was Elijah Kipkemei Kemboi uit Kenia met een winnende tijd van 2:17:05. De eerste vrouw was Priscila Lorchima, ook uit Kenia. Zij won met een tijd van 2:41:23. Ikzelf behaalde de 3.797e plaats.

Tot Brazilië en Rio in het bijzonder zou ik willen zeggen: “Muitissimo obrigado! Espero que a gente se volte a ver brevemente” (Heel hartelijk bedankt! Ik hoop dat we elkaar gauw weerzien.)

Raymond

contentmap_plugin